Verslag BK Cad/Sch
31/8 & 1/9 - Nijvel - Belg. Kamp. Cad/schol - Belg. Kamp. estafette jun
Schitterend vertoon van onze ROBA-jongeren!
Individueel … 2x GOUD, 3x ZILVER en 5x BRONS !
Op de mooie blauwe atletiekpiste van de stad Nijvel, met de club CABW, ‘Cercle Athlétique du Brabant Wallon’, als thuishaven, hebben voorbije weekend een aantal jonge ROBA’s alweer fraaie sportgeschiedenis geschreven. Met maar liefst 10 medailles was onze delegatie één van de meest succesvolle, waarvan 7 stuks op dag één, en 3 op zondag. Reken daarbij nog ons 2x eremetaal op de aflossingen voor juniors, en we komen finaal uit op 12 aubergine-podia. Hoe de rest van de clubs het er vanaf brachten laten we voor één keer in het midden, om de doodeenvoudige reden dat het haast onbegonnen werk is om via ‘BeAthletics’ een optelling te realiseren…Maar dat we alweer in de top van de rangschikking staan, staat buiten kijf!
Voor de ‘gouden plak’ mochten we deze maal gaan aankloppen bij ons duo Ella Hauquier en Kobe Coenen. Bij deze laatste zal de voetblessure pas nu zijn verdiende rust aangeboden krijgen, want zijn innerlijke rust is via die zo gegeerde gouden plak eindelijk gerealiseerd, na dat behalen van deze voor hem zo erg belangrijke nationale titel. Als je gans het jaar de jaartabel aanvoert als de absolute nummer één bij het speerwerpen, dan wil je dat natuurlijk verzilverd zien met het hoogst haalbare eremetaal, de gouden medaille. Het werd een schitterende tweestrijd met zijn vaste Waaslandse rivaal Seppo Pauwels, die hier met een 63m11-worp uitpakte. Maar Kobe was echt niet van plan om ditmaal de kaas tussen zijn boterham te zien verdwijnen, en schudde er een beste jaarprestatie van 63m53 uit zijn mouwen, en daar moest de man in gele Waaslandshirt voor passen. Voor de fiere ouders en jongere broer was het dus nagelbijten tot de laatste worp, en ook onze trotste werptrainer Floris stond op zijn gekende ogenschijnlijk rustige wijze te genieten langsheen de zijlijn. Dikke proficiat, beste Kobe, en dank voor dit schitterend moment!
Voor onze 2° gouden plak stond Ella Hauquier borg, wat op zich geen verrassing is, want zij is de voorbije 2 jaar zowat onze vaste hofleverancier wat eremetaal betreft. Na het verspringen, met 5m35, hing er al een bronzen plak om haar hals, al had ze natuurlijk stiekem gehoopt op een sprong in de buurt van haar eigen PR, 5m74, wat ruimschoots voldoende was geweest voor de zege. Niet getreurd, want die zege kwam er toch, meer bepaald op de 80m horden, waar ze samen met Fien Peeters als topfavoriet werd aangekondigd, en die voorspelling bleek geen losse flodder. Met respectievelijk 11”60 en 11”63 waren ze beiden 2 tienden sneller dan de 6 overige finalisten. Goud voor Ella, en zilver dus voor Fien, net als op het Vlaams kampioenschap, maar spijtig genoeg blies de wind iets te fel in de rug (+2,5m/s), waardoor deze bijzonder snelle chrono’s (beiden onder het clubrecord) niet in de tabellen zullen geraken. Fien was op dat moment bezig aan een werkelijk loodzware opdracht, want ze had voor zichzelf de combinatie 80mH & 200m uitgedokterd, wat in haar geval, met haar klasse, meteen betekende …4 koersen op één dag, en dat als 1° jaars! In de finale van die 200m bleef ze met 25”45 maar net iets boven haar eigen PR-chrono, maar vooral … slechts 2 meisjes deden beter, wat betekende dat brons op haar lag te wachten. Dus net als Ella stond Fien met 2 medailles te blinken, en dat als 1° jaars verdomme! Dikke proficiat, beste Ella en Fien!
Op zaterdag was Liselot Smolders de ‘clubfotograaf’ van dienst, terwijl de dag nadien Sven Janssens zijn vaste functie op zich nam. Twee ‘klasse fotografen’, vandaar niets dan mooie foto’s …!
Op diezelfde 80m horden zagen we Nina Janssens fraai 3° worden in de reeks van Ella, en dat met een tijd van 12”41. Met deze 9° chrono over de 3 reeksen heen viel ze net buiten finale, wat natuurlijk geen schande is voor een talentrijke 1° jaars als Nina. Trouwens 1 dag later was ze alweer op post, ditmaal voor de 100m vlak, en daar kwam ze na een bijzonder snelle start uit op een tijd van 13”08.
Wie ook de mix maakte tussen een hordennummer en de 100m vlak was onze scholiere Marie Vermeulen. Op dag één stond de 100m horden gepland, en via een fraaie chrono van 14”81 wist ze een ticket voor de finale te bemachtigen, waar ze evenwel haar tijd niet wist aan te scherpen. Op zondag 11u kroop ze alweer in de startblokken, ditmaal voor de 100m vlak, en daar kwam ze uit op een chrono van 12”78. Vanaf nu gaan al haar gedachten naar de eerste dag van de Memorial Ivo Van Damme, waar ze samen met Inte, Anneline, Olivia en Noa, onder de leiding van trainer Inge, is uitgenodigd voor de 4x100m-koers om het voorprogramma mee kleur te geven. Noa Joos zal er onze 4° loopster zijn, en zij bewees hier in Nijvel over topbenen te beschikken. Op zaterdag legde ze in de reeksen van de 200m al meteen al haar adelbrieven op tafel, door vlot te winnen in 25”51, met -2,1m/s tegenwind, en in de finale bleek alleen de Genkse Lauren Petroci-Coninx haar van de zege te kunnen houden. Een uitstekende zilveren medaille dus, en dat met een bijzonder knappe tijd van 24”69, momenteel de 3° jaartijd in België. Begrijpelijk dat ze 1 dag later met de nodige ambities op het 100m-nummer van start ging, temeer daar er mogelijk nog een extra ticket voor de Memorial te verdienen viel, namelijk dat van de 100m individueel. En Noa greep die kans met beide handen, door knap 3° te worden in de finale, in een fraaie tijd van 12”44, zeker als je weet dat de meisjes er tegen -2,9m/s moesten opboksen. Ja zelfs een valse start, net naast haar in baan acht, bracht Noa niet aan het wankelen… Dus zilver en brons voor onze dame die bij het spurtteam in Betekom actief is, en nog dat fameuze extra ticket voor de Memorial bovenop … ‘Dit had ik niet zien aankomen’ zei de mama achteraf, maar toch was dat de prachtige realiteit… Dikke proficiat, beste Noa!
Als je zo die opeenvolging van medaillewinnaars de revue ziet passeren lijkt het alsof een finaleplaats behalen op het Belgische kampioenschap geen al te grote opdracht is, maar niets is minder waar. Hier al mogen deelnemen is een prestatie op zich, laat staan dat je vlot even doordringt naar een top-8 prestatie. Aan de provinciale kampioenschappen kan en mag iedereen deelnemen, voor de Vlaamse titelstrijd moet je al een zeker niveau halen, en hier ligt de drempel nog een pak hoger, daar al de sterke Waalse en Brusselse atleten ook in de oproepkamer komen postvatten. Vandaar dat jongens als een Tobias Vansweevelt, Mathieu Maes en Lukas Dirkx best trots op zichzelf mogen zijn, zonder over ‘finale-posities’ te moeten spreken. Op de 100m horden was Lukas iets te traag vertrokken, en mede daardoor kwam hij al aan het eerste obstakel niet perfect uit. Ook bij Mathieu zagen we dat hij tussen de horden niet zijn constant ritme kon handhaven, waardoor beiden met respectievelijk 17”18 en 18”89 tevreden moesten zijn. Tobias was zowel zaterdag als zondag van de partij, met eerst de 100m, in 12”23, doch met veel te veel wind in de rug (+ 3m/sec), en zondag tijdens zijn 200m, in 25”62, moest hij opboksen tegen de wind in, -2,3m/sec om precies te zijn.
De broer van de net genoemde Lukas, namelijk Desmo Dirkx, slaagde er wel in om een knappe top-8 resultaat binnen te halen, meer bepaald aan de verspringbak. Hier kwam hij uit op een fraaie 5m79, slechts 3cm minder dan die 5m82 waarmee hij 2° werd op het kampioenschap van Vlaanderen. Luka Schoolmeesters bleef hier met 5m38 onder zijn niveau, en ook aan de hoogspringstand kwam onze veelzijdige knaap ditmaal niet tot goed uitgevoerde aanlooppogingen, waardoor hij ook daar bleef steken op 1m73. Tussen de 2 proeven in was Luka, tot grote verbazing van ondergetekende wiskundige oefeningen aan het maken, gewoon voor de pret … respect!
Om de discuswerpers gaan te bewonderen in hun discuskooi, moet je in Nijvel het stadion verlaten, en de straat oversteken, richting een nabijgelegen park. Vandaar dat Sarah Prenen voor de meesten van ons, inclusief onze fotografen, uit het zicht is gebleven, al ging ze weer, net als de rest van het seizoen vastberaden de strijd aan met de 30m-lijn. Vroeg of laat moet ze die kaap nemen, want met … 29m87 en een puike 7° plaats zat ze er weer erg dicht in de buurt. Voor het kogelstoten daarentegen kan je rustig binnen het mooie stadion blijven, meer zelfs, bij het binnenkomen is dat de eerste stand waar je tegenaan loopt. Onze bronzen medaillewinnares op het KVV, Imke Storms, moest op zaterdag al vroeg uit de veren, want de competitie was reeds voorzien om 10u05. Met haar PR-worp van 11m71 in Tessenderlo, 14 dagen terug, wist ze dat zelfs op dit nationaal niveau er een top-5 plaats in zat, daar de Waalse inbreng het moet afleggen tegen de Vlaamse dominantie, of beter gezegd, tegen de HAC-dominantie. En beide voorspellingen kwamen netjes uit, want Imke haar 10m79 was goed voor de 5° eindpositie, en onder de 4 meisjes die haar voorafgingen zat welgeteld 1 lokale atlete, naast 3 meisjes van Houtland AC. Op datzelfde ogenblik waren onze 3 HERA-atleten Finn De Coster, Hanne De Ridder en Rune Happaerts het beste van zichzelf aan het geven op de lange hordennummers, en vooral deze laatste was erg in zijn nopjes met de geleverde prestatie.
Onze vriend startte met het vaste voornemen om onder de 47” te duiken, en toen hij zag dat er plots een tijd van 46”05 op het scorebord verscheen steeg de gelukzaligheid meteen naar het hoogste niveau. Dit opent perspectieven, zeker als je weet dat hij de laatste horden nog serieus aantikte, zoals duidelijk te zien op het Youtube-filmpje, opgenomen tijdens de wedstrijd. Ook Finn was content over haar tijd, 48’59, op de 300mH, wat de 10° tijd in de reeksen was. Hanne krijgt als scholier natuurlijk de 400mH voorgeschoteld, en hier deed ze er 71”80 over om die loodzware opdracht te volbrengen. Achter hen stond een terecht fiere en gelukkige trainer Nathalie, die samen met Nathalie en Yo alweer mag terugblikken op een meer dan geslaagd jaar binnen onze HERA-kern.
Keren we even terug naar het medaillegebeuren, waar we met de gouden plak van Kobe, het goud en brons van Ella, het zilver en brons van Noa en het brons en zilver van Fien reeds 7 medailles de revue hebben zien passeren, en we er dus nog 3 te goed hebben, alsook nog 2 bij de aflossingen voor juniors. Met die dubbele score van Fien is de link naar de twee volgende medaillewinnaars snel gelegd, want ook grote broer Lars Peeters en lieve zus Noor keerden zoals verwacht niet met lege handen naar huis. Lars koos voor de 3000m, waarbij hij na 700m de georkestreerde wandeltocht stilletjes aan welletjes vond, en zich op kop plaatste. Progressief dreef hij het tempo op, waardoor stilaan alles op een lint werd getrokken. Iedere ronde zagen we in toenemende mate dat de fameuze achterdeur meer en meer open kwam te staan,. Op een kleine 400m van de meet had hij er nog 2 in zijn kielzog, en 2 bochten verder bleek alleen de MOHA-atleet Ilyes Druez bestand tegen het sloopwerk van Lars, om vervolgens in de laatste rechte lijn met een vlijmscherpe eindrush de gouden plak mee naar het Waalse Mons te nemen. Zilver dus voor Lars, 14 dagen na zijn bronzen plak op het KVV, aldaar op de 1500m. Twee jaar terug klom Lars op tot een goede subtopper, om vorig jaar verder te evolueren tot een topper die net nog dat tikkeltje tekort kwam voor de medaillekast. Dit jaar heeft hij alweer progressie gemaakt, want qua eremetaal scoort hij nu vrijwel bij ieder kampioenschap, en het enige dat nu nog ontbreekt is het hoogste schavotje, de positie als finaal ‘winnaar’ zeg maar. Dit wordt de uitdaging als junior zijnde, tijdens het seizoen dat eerlang start, de campagne waar hij nu en dan al eens geheel bovenaan staat, op één of andere belanghebbende wedstrijd. Knap gedaan beste Lars!
Zijn zus Noor stond zondag aan de start op de 2000m steeple, om 14u20 om precies te zijn, en dat uitgerekend op de heetste 1° september sinds de start van de metingen in Ukkel, door het KMI.
De meeste toeschouwers waren richting de tribune gevlucht, om er op de bovenste zitjes nog het restje schaduw op te zoeken. Boven de blauwe piste hing er een hittegevoel dat zondermeer het label ‘ongezond’ kreeg opgeplakt, en het enige verfrissende plekje in gans het stadion was die waterbak. Alleen is het net de bedoeling om die fameuze passage zo ‘kort mogelijk’ te realiseren, iets waar onze eigen Vlaamse kampioene zoals steeds machtig mooi in slaagde. Tegen de overmacht van het RCB-meisje Clementine Bijl was niemand bestand, ook Noor niet, maar de strijd om het zilver begon nog voor half koers in het voordeel van onze eigen clubatlete te kantelen. De ACME-dame Kato Van Hoecke drong nog een tijdje aan, maar op iedere balk of waterbakpassage moest die weer een extra metertje goedmaken, en na driekwart koers brak bij haar de veer. Na het Vlaamse goud, nu het Belgische zilver! knap gedaan, beste Noor ! Daarmee kwam de eindscore ten huize Peeters op … 4 medailles, een oogst waar de meeste van de aanwezige clubs het moeten tegen afleggen …
Daar over de taalgrens er geen gebruik gemaakt wordt van ‘atletiek nu’, maar er doorverwezen wordt naar ‘BeAthletics’, met alle translate-perikelen vandien, produceerde de zoekmachine soms de gekste vertaalkeuzes. Als je de uitslag opent, kom je niet uit op de uitslag 2000m steeple, maar op het onderdeel … 2000m torenjacht. Ook met de familienamen van de atleten zagen we soms de idiootste dingen gebeuren. Op de 1500m voor cadetten meisjes zocht ondergetekende tevergeefs naar Tytgat Joke, tot zijn frank viel, en plots ons meisje erkende onder de naam … Tytgat Grapje …
Nu haar deelname aan die 1500m was geen ‘joke’ maar wel ‘bittere ernst’, want met de 1 jaar oudere Fran Van Hollebeke aan de startlijn weet je dat het meteen blitzkrieg zal worden, en die voorspelling werd direct realiteit. Na 400m passeerde Joke in pakweg 5° à 6° stelling, al een heel eind achter de pletwals van FLAC, en ook de nummers twee en drie hadden zich al enkele meters los gewrongen. Voor het eerst deze zomer zagen we dat het echt ‘werken geblazen’ was, dat vlotte, op souplesse lopende meisje was nu een zwoegende jonge dame, die stilaan maar zeker van concurrent naar concurrent liep, om finaal toch weer mee te strijden voor zilver en brons. Het werd één van de mooiste nek-aan-nek-spurten van gans het weekend, waar zelfs de fotofinish nauwelijks een verschil kon aanduiden. Net als de Waalse Manon Mahy kreeg Joke een tijd van 4’41”77 achter haar naam, alleen het verschil in duizendsten draaide in het voordeel uit van de ACCO-atlete (= ACCouvin). Brons dus voor onze Vlaamse kampioene, en dat met een ditmaal fel bevochten PR-chrono, kortom alweer een schitterende ervaring voor onze jonge dame uit Aarschot … Knap gedaan, beste Joke!
Langsheen de zijlijn was het dus volop genieten geblazen, zowel op zaterdag als zondag, dankzij al die fraaie verrichtingen van onze eigen jonge ROBA-atleten. En daarbij maken die clubsupporters natuurlijk voortdurend inschattingen van wie gaat hier schitteren, wie gaat hier een top-8 of zelfs een medaille uit de brand weten te slepen. Vandaar ook dat de ware supporter ‘overal’ even gaat gluren, voortdurend in beweging is, om even een stand van zake op te vangen, temeer daar de ‘atletiek nu’ infolijn hier niet van toepassing was, en de klassieke scoreborden voor enig soelaas moesten zorgen. Die ware supporters verschijnen dan plots aan de hoogspringstand, want Noa D’ Hollander begon met haar wedstrijd, of bij de polsstok, waar Stan Vertommen stilaan zijn opwachting maakte. Misschien toch nog even doorlopen, want aan de overzijde zien we Mila Verheyen haar speer bovenhalen, en ook daar zou het wel eens ‘Money Time’ kunnen zijn … En dan mag diezelfde supporter de piste niet uit het oog verliezen, waar bijvoorbeeld een Mathis Van Roosendael staat te popelen om zijn eigen besttijd even fameus bij te stellen. Soms kom je echt ogen tekort, om al dat ROBA-geweld netjes op uw netvlies te ordenen. Even stilstaan bij de concentratie van bijvoorbeeld een Lotte Huenaerts aan de startlijn van de 400m, of het laatste contact tussen Jolente Alen en haar trainer Willy gadeslaan, dat zijn van die details die zo’n atletiekgebeuren een extra lading geven hé.
Lotte zat in de eerste reeks bij de scholieren, en halverwege koers hing ze mooi mee op kop. In de laatste rechte lijn moest ze de rol enigszins lossen, waardoor ze finaal uitkwam op een tijd van 62”08. Jolente ging van start op de 1500m, en tot iets voorbij de 800m-passage zat ze netjes mee in het peloton. Stilaan zagen we dat ze het moeilijk kreeg, en tijdens de laatste ronde liet ze het letterlijk lopen, en drong ze ook niet meer aan. Ondanks het volledig wegvallen van de voorbije winter heeft Jolente tijdens deze zomermaanden toch alweer mooie tijden gerealiseerd, en dat belooft dus veel goeds richting komend seizoen, waarin ze als 2°j scholier van start zal gaan. Hun trainingsmakker Mathis Van Roosendael zal over enkele weken de overstap al maken naar de juniorreeks, en stond er dus op gebrand om hier op grootse wijze afscheid te nemen van zijn scholierenbestaan. Onze 400m-man slaagde perfect in zijn opzet, want in zijn gekende oogstrelende stijl (zie foto…) kwam hij uit op een schitterende PR-tijd van 51”75. Met die chrono nestelt hij zich meteen in de ‘effectieve top-4’ van de ROBA-ploeg voor het Belg kamp op zaterdag 14 september in het Koning Boudewijnstadion.
De enige mannen die nu nog roet in het eten kunnen strooien zijn Robbe Van Rompuy, momenteel 1° reserve voor Brussel, en Toon Demarsin, die beiden nu zondag op de 400m starten, meer bepaald op het Belgisch kampioenschap voor juniors en beloften, in Ninove. Nog nooit stond die 4x400ploeg zo in de schijnwerper als nu, mede door de locatie van het gebeuren natuurlijk. Kortom, een meer dan geslaagd optreden van Mathis, want uw besttijd realiseren uitgerekend op het moment dat je er moet staan, is altijd bingo. Om diezelfde reden zagen we ook Laura De Saeger met een welgemeende glimlach na afloop van haar 800m, want ook zij realiseerde er een besttijd van 2’27”12. Ons meisje van het Berlare-team is 1° jaars scholier, dus ook volgend seizoen zien we haar ongetwijfeld bezig op de nationale titelstrijd voor cadetten en scholieren.
Voor onze Belgische kampioen meerkamp bij de scholieren, Stan Vertommen, was dit zijn laatste titelstrijd bij die ‘midden categorie’ (= cad/schol), want ook hij maakt eerlang, net als Kobe en Mathis de overstap naar de juniors. En dit Belgisch kampioenschap kwam geen dag te vroeg, zei hij, want zijn belangrijkste wedstrijd, die van de meerkamp, ligt ondertussen toch al een 3tal weken achter de rug, en de periode van ‘stilaan terug opladen’ mag nu echt wel opstarten. Op de 110mH werd Stan 4° in de eerste reeks, met een fraaie chrono van 15”18, slechts 6 honderdsten boven zijn besttijd, doch net niet goed voor een plaatsje in de finale. ‘Geen probleem’ was meteen zijn eerste reactie, en het klonk haast als een verlossing, dat hij niet terug de piste op moest. Daarenboven stond natuurlijk ook nog het voor hem zo belangrijke polsstokgebeuren op het programma, want daar was het wel te doen om de knikkers. Van langs de zijlijn is het allemaal gemakkelijk, maar op de piste of het middenterrein is het natuurlijk een ander paar mouwen hé… Onze talentrijke speerwerpster bij de cadetten, Mila Verheyen bijvoorbeeld stond met 38m40 als op één na beste in de deelnemerslijst gerangschikt, achter een zekere Daphne Desseyn, één jaar ouder en komende van Houtland AC, de ‘werpclub’ bij uitstek momenteel.
Dit West-Vlaams meisje werd ook effectief Belgisch kampioen, in een overigens hoogstaande competitie, met nog een 2° jonge dame voorbij de 40m-lijn. Mila daarentegen kwam hier nooit in haar normale doen, en dat zijn zaken die nu éénmaal ook kunnen voorvallen tijdens zo’n titelstrijd. Waren het de zenuwen, overmand door het ganse gebeuren, zeker als 1°jaars, of gewoon een mindere dag … het kan allemaal. En vooral … het kan de besten overkomen, dus absoluut geen probleem, beste Mila. Die 30m49 van hier moet ze snel uit het hoofd zetten, beseffende dat ze zo talentrijk is, dat zelfs een PR niet nodig was om hier met brons te gaan lopen. Volgende seizoen spreken we nog eens …
Bij de jongens was Lander Bergen van de partij aan de speerstand, maar bij hem lag de natuurlijke druk gelukkig een stukje lager. Of dit dan ook zo wordt aangevoeld is natuurlijk nog een ander paar mouwen. Met 38m30 bleef hij een kleine 2m onder zijn PR-afstand, en hier was dat goed voor de 11° positie. We kunnen het niet vaak genoeg herhalen, hier al mogen deelnemen is al een overwinning op zich.
Keren we nog even terug naar de polsstokstand waar we enkele regels hierboven Stan hebben achtergelaten, samen met zijn trainer Nathalie. Naast haar staan langsheen de zijlijn is steeds een les ‘initiatie’ over je heen krijgen, een snelcursus polsstokspringen voor beginners zeg maar, althans in het geval dat ondergetekende naast haar staat. ‘Stan haalt al zijn kracht vanuit die snelle, maar vooral ook ‘hoog-lopende aanloop’, fluisterde Nathalie ons in de oren, en beiden kan hij als de besten. Ditmaal bleef hij iets te ‘laag zitten’ in zijn aanloopfase, wat niet verhinderde dat hij nog de 4m50 bedwong, en ook nog een poging ondernam op zijn PR-hoogte. Zijn eeuwige 2 MOHA-rivalen waren alweer de nummers één en twee, met 4m70 en 4m60, maar de bronzen plak hing na afloop toch te blinken rond een ROBA-nek ! Knap gedaan Stan, en vooral veel dank voor dat machtig mooie seizoen !
De dag nadien stond ondergetekende alweer in die hoek van het terrein, want ditmaal was Hanne Smit komen aanlopen, samen met haar trouwste supporter, de lieve mama. Ook nu hing er weer de mogelijkheid van ‘eremetaal’ in de lucht, maar die optimistische gedachte, of in het geval van Hanne ‘realistische gedachte’, werd door de moeder meteen getemperd, met de uitspraak dat ons HERA-meisje zich al een 3tal dagen ziek voelde, en nauwelijks iets had gegeten. Vandaar dat Nathalie ook een aantal hoogtes oversloeg, kwestie van krachten te besparen, zeker gezien de alsmaar bleker wordende Hanne. Al snel vielen er meisjes af, en bleven ze op 2m90 nog met 4 in de running. Wederom gokte Nathalie, door te ‘passen’ op 2m95, en meteen de 3m00 aan te vallen. Voor onze niet fitte jonge dame bleek die hoogte ditmaal één brug te ver, en lag er dus een 4° plaats op haar te wachten. Maar niet getreurd, ook Hanne mag trotsvol terugblikken op een meer dan uitstekende zomercampagne!
Diezelfde 4° plaats lag één dag voordien ook op onze hoogspringster Noa D’ Hollander te wachten. Als er één jong talent is dat ogenschijnlijk goed kan omgaan met druk is het wel deze sympathieke jonge dame uit Boortmeerbeek. Meer zelfs, dit moet één van de eerste kampioenschappen zijn waar ze niet op het podium staat, dus volstrekt geen mens over boord, wel integendeel. Zo’n nationaal kampioenschap is toch iets waar je naar uitkijkt, waar je ook mentaal mee bezig bent, en afgaande op de nationale driekleur op de nagels en in de haarvlecht, hoeven we dat Noa niet meer wijs te maken.
Ook het ‘voorstellen’ aan het publiek is zo’n vast ritueel, waar sommigen tegen op kijken, en anderen juist de nodige inspiratie uit putten. Hoe dit bij Noa ligt laten we even in het midden, maar dat ze terecht de nodige ‘waardering’ krijgt binnen het wereldje van de cadetten meisjes hoogspringen, ja dat staat buiten kijf.
Pechvogel van het weekend was José Huybrechts, die voorafgaande aan dit kampioenschap al wat pijn ervaarde in een been, en hier bij het inlopen bleef dat hem verhinderen vlotjes te kunnen doortrekken. Meteen was een forfaitmelding de enige juiste beslissing.
Tot slot nog een woordje over onze 2 juniorenteams heren die present waren voor de aflossingen 4x100m en 4x400m.
Op het korte nummer moesten we onze snelste man, Dieter Bergs, thuislaten, niet omdat er iets mis is met de fysieke paraatheid, maar de dag nadien + de woensdag nog 2 herexamens op hem lagen te wachten. Dus trokken we met ons winnend team van Gooik (prov kamp) naar Nijvel, om er de strijd aan te gaan met de ploegen van ACHL, AVLO, Dour sportief, en het plaatselijk CABW. Vooral onze startloper William Celis liet alweer een geweldige indruk na, iets wat zijn 3 clubvrienden nadien omschreven als ‘dat is niet meer normaal’. Hij zette Oscar Mues meteen op het juiste spoor, en via een machtig mooie stokwissel met Robbe Carchon, zag het er halverwege al bijzonder rooskleurig uit. Robbe zelf liet ook alweer zien uit welk fraai hout hij gesneden is, en Kamiel Van Rompaey kletste er nog een zeer knap eindslot aan vast, waardoor er een spontaan applaus losbrak in de tribune, zonder dat er daar nog veel ROBA-volgers aanwezig waren… Met hun erg fraaie 42”99 gaven ze de Kempische gasten van Herentals haast een volle seconde aan hun broek, de Waalse jongens van Dour mochten het podium komen vervolledigen. Knap gedaan mannen!!!
Bij de 4x400m moesten we uitpakken met een nog onuitgegeven ploegsamenstelling, namelijk de echt in conditie zijnde William, alsook Toon Demarsin, Jonas Eelen en Sten Van Ouytsel.
Ook hier eiste William een hoofdrol op door als eerste de stok door te geven, iets wat ook de speaker niet was ontgaan. Toon werd pas op 50m van de finish bij de kraag gegrepen, en kon dus Jonas nog als 2° op pad sturen. Deze hield zuiver op ervaring en talent die positie vast, want als we hem mogen geloven was zijn aantal trainingsdagen tijdens de voorbije vakantie op … één hand te tellen. En dan toch nog zo stijlrijk kunnen uitpakken, jongens toch … Sten kreeg als laatste loper natuurlijk beresterke concurrentie te verwerken, maar wist de collectief meer dan verdiende bronzen plak uit de brand te slepen.
Samengevat :
- 2x goud : voor Ella (80m H cad) en Kobe (Speer schol)
- 3x zilver : voor Noor (2000m stp schol) & Fien (80mH cad) & Lars (3000m schol) & Noa (200m schol)
- 5x brons : voor Stan (polsstok schol) & Joke (1500m cad) & Fien (200m cad) & Ella (Ver cad) & Noa (100m schol)
Alsook …
- 1x goud : voor 4x100m jun Heren
- 1x brons : voor 4x400m jun Heren
rudy